terug

Cover Wereld van de Poëzie in kaart

Scannen0015.jpg

In januari 2017 stelde Peter Holvoet-Hanssen op vraag van het Vlaams Fonds voor de Letteren 'Wereld van de Poëzie in kaart" voor.
'Wereld van de Poëzie in kaart. 1/300.000 Het Land van Music-Hall' is een vouwbare schatkaart. Op de recto-zijde van de kaart staat een tekst van dichter Peter Holvoet-Hanssen gedrukt. De tekst heeft niet de vorm van een traditioneel essay, maar is meer de neerslag van een persoonlijk spoorzoeken van de auteur doorheen de poëziegeschiedenis. Op de verso-zijde staat een tekening van illustrator Brecht Evens, die letterlijk een "poëzie-wereld" verbeeldt.

Het project "Wereld van de Poëzie in kaart" neemt enerzijds de vorm aan van een fysieke landkaart. Die kaart wordt ter gelegenheid van Poëzieweek 2017 aan het publiek voorgesteld. De kaart verschijnt bij Uitgeverij Polis.

Op 21 maart 2017, Werelddag van de Poëzie, wordt het digitale luik van dit project voorgesteld op Paukeslag. Dat digitale luik zal enerzijds bestaan uit een uitvoerige tekst, waaruit werd geput om de fysieke kaart te maken en anderzijds uit geluids- en beeldmateriaal dat een bijkomende betekenislaag aan de tekst toevoegt.

Van 25 januari tot 16 februari 2017 toert Peter Holvoet-Hanssen langs scholen om het project te promoten. In het Letterenhuis loopt er van 26 januari tot 25 februari een kleine tentoonstelling naar aanleiding van dit project.

Type
landkaart
Bewaarinstelling
Poëziecentrum
Datum van creatie
01.2017
Maker
Peter Holvoet-Hanssen
Brecht Evens
Medewerker
Peeters, Patrick
Vlaams Fonds voor de Letteren
Uitgeverij Polis
Materiaal/Afmetingen
770 x 560
Taal
Nederlands
Rechten
Geen Creative Commons - Alle rechten voorbehouden
Transcriptie
[eerste zinnen]: Welkom aan de toegangspoort van het Land van Music-Hall, een poëzieland verscholen achter de tegenstellingen van het leven, tussen licht en donker. Soms zien we er een glimp van door een kier in tijd en ruimte. We snuiven het onvatbare aroma op of horen het rinkelen van de Music-Hall in een speeldoos van Paul van Ostaijen of in een gedicht van Arjen Duinker. [...]